Het vlot
De basis van het vlot bestaat uit 5 stalen zandperspijpen. Ze hebben elk een doorsnee van 85 cm en een lengte van 10, 11 en de middelste buis een lengte van 12 meter. De voor- en achterzijden van de buizen zijn afgedekt met stalen punten. De breedte van het vlot is 5 meter. De stalen buizen werden onderling verbonden door 2 stalen wrangen.
Het dek
Het houten dek is smaller en heeft een breedte van 4 meter en een lengte van 10 meter. De houten delen waren 18 cm breed en werden in de breedte van het vlot vast geschroefd. De houten planken werden steeds met een tussenruimte van 2 cm op het vlot vast gemaakt.
De tuigage
Op het vlot werden twee houten masten geplaatst. De voorste mast was 12 meter en de achter 10 meter hoog. Het vlot was vierkant getuigd. En kon op de Atlantische Oceaan, wanneer de wind het toeliet, varen met een razeil.